Dit is een vraag die inderdaad door veel buitenstaanders wordt gesteld. Wat is er nu toch allemaal te zien aan de sterrenhemel en wat bezielt toch die excentriekelingen die 's nachts door hun telescopen zitten te staren? De sterrenhemel is echter een quasi onuitputtelijke bron van adembenemende spektakelstukken die zich rondom ons en in het verre heelal afspelen.
-
1.In ons eigen zonnestelsel
-
◦De zon : De zon is de dichtste ster bij ons en is een zeer boeiend object om waar te nemen. Op de zon verschijnen er zeer regelmatig zonnevlekken. Deze onstaan in groepjes en trekken over de zonneschijf. Er is een cyclus van 11 jaar waarin beurtelings veel en weinig zonnevlekken voorkomen. Deze vlekken hebben prachtige structuren. Men kan ze visueel waarnemen of fotograferen en men kan het Wolfgetal bepalen ( een maat voor de hoeveelheid zonnevlekken op een bepaald tijdstip). Tevens kan men de positie van de zonnevlekken opmeten.
Onze collega Wouter fotografeert regelmatig zonnevlekken. ( Zie hier.)
Sommige amateurs beschikken over een 'protuberansenkijker'. Dit is een speciale kijker waarmee protuberansen (grote zonnevlammen) aan de rand van de zon kunnen waargenomen worden. Een dergelijke kijker is uitgerust met een speciaal ( H-alpha ) filter en een kegeltje dat de eigenlijke zonneschijf afschermt. Protuberansen zijn prachtige verschijnselen die veelal spectaculaire lussen vertonen.
WAARSCHUWING: Kijk nooit door een kijker die rechtstreeks naar de zon is gericht! Dit kan definitieve blindheid tot gevolg hebben! Om de zon waar te nemen is een speciaal filter nodig dat vooraan op de telescoop wordt aangebracht. Ofwel gebruikt men hiervoor 'mylar' folie ( een met aluminium bedekte folie welke bijna al het zonlicht weerkaatst ) ofwel ( een wat duurder, maar degelijker ) glasfilter. Ook de zoeker dient te worden afgedekt!
Opmerking : bij sommige (kleine) kijkers wordt ook wel eens een zwart 'oculair-zonnefilter' geleverd. Dit is een filtertje dat in de filterschroefdraad van een oculair wordt geschroefd. Een goede raad is : gebruik dergelijke filters niet! Ze zijn erg gevaarlijk, want ze worden erg heet en kunnen dan stuk springen met alle gevolgen van dien! Filter daarentegen het zonlicht voor het de telescoop binnen komt door middel van een mylar folie of een glasfilter. Een andere manier is 'zonneprojectie', waarbij de telescoop een beeld op een wit blad papier of scherm projecteert. Dit is vrij veilig, maar wordt best toegepast met een niet samengesteld oculair zoals een Huygens oculair. -
◦De maan : De maan is en blijft een boeiend object om waar te nemen. Bij goede seeing kan men met een amateurtelescoop details op de maan waarnemen tot 2 km ! Samen met een goede maanatlas kan men als het ware over de maan wandelen en op ontdekking gaan tussen de kraters, bergen, spleten, kloven en rillen. Tijdens de verschillende maanfasen worden de oppervlakte-structuren steeds op een andere manier door de zon verlicht, wat ons steeds vergast op een wisselend schouwspel van zonlicht en schaduwen.
Sommige amateurs maken spectaculaire maanfoto's of maken tekeningen en schetsen aan de telescoop.
Op geregelde tijdstippen bedekt de maan een heldere ster. Het is boeiend om de ster aan de verlichte of donkere zijde van de maan te zien verdwijnen of tevoorschijn komen en deze tijdstippen op te meten. Tevens bedekt de maan soms wel eens een planeet zoals Saturnus. -
◦Planeten : Planeten geven door de telescoop ook veel van hun geheimen prijs. Binnenplaneten zoals Mercurius en Venus vertonen schijngestalten zoals de maan. Mars laat onder gunstige omstandigheden zijn poolkappen zien en steeds wisselende oppervlakte-structuren ( donkere en lichtere vlekken, die soms door de op Mars veel voorkomende grote stofstormen regelmatig grondig worden gewijzigd). Jupiter vertoont nogal wat details in zijn diverse wolkenbanden. Bovendien zijn de 4 grootste manen ( Io, Europa, Ganymedes en Callisto ) zelfs in een kleine kijker goed te volgen. Deze 4 manen vertonen regelmatig interessante onderlinge verschijnselen. De manen trekken over de planeetschijf, waarbij men de schaduw op de planeetschijf kan volgen, of ze verdwijnen achter Jupiter en komen aan de andere zijde weer tevoorschijn.
Saturnus laat detail zien op zijn wolkendek en ook zijn prachtige ringen, die beurtelings hun boven- en onderzijde naar ons toekeren. Bovendien zijn ook verschillende manen van Saturnus duidelijk te volgen.
Men kan de planeten gewoon bekijken en genieten, maar veel amateurs maken ook schetsen van de oppervlakte-details of fotograferen ze. Met de opkomst van de Webcam kwam het binnen het bereik van amateurs om prachtige planeetopnamen te maken. Hierbij worden dan een groot aantal beeldjes na elkaar opgenomen, om dan nadien de scherpste uit te zoeken en deze tot 1 beeld te combineren. -
◦Asteroiden : Ons zonnestelsel krioelt van de kleine planeetjes (asteroiden of planetoiden ). Deze houden zich vooral op in een gordel tussen de banen van Mars en Jupiter. Vele van hen komen regelmatig dicht bij de aarde. Ze kunnen dan gemakkelijk in een telescoop worden waargenomen en verplaatsen zich dan vrij snel ten opzichte van de sterren op de achtergrond. Het vinden, bekijken en fotograferen van deze opjecten is een boeiende bezigheid. In een hemelkalender of het web kan men 'efemeriden' vinden die je vertellen waar een bepaald object zich op een bepaald moment ophoudt. Door het object verschillende dagen na mekaar te bekijken kan men zijn verplaatsing tussen de sterren volgen. Sommige asteroiden ( aardscheerders) komen zo dicht bij de aarde dat ze zich zeer snel tussen de sterren verplaatsen. Bij een lang belichte opname (gevolgd op de sterren) kan men het object dan terugvinden als een 'streepje'.
-
◦Kometen : Kometen zijn in feite grote 'vuile sneeuwballen'. Ze zijn een overblijfsel van de vorming van ons zonnestelsel. Vele duizenden houden zich op in de 'Oort-wolk', een reusachtige kometenschil zeer ver buiten de baan van Pluto. Af en toe worden er door omstandigheden exemplaren naar de binnenzijde van het zonnestelsel geworpen. Dan komen ze dicht bij de zon. De buitenzijde gaat dan gedeeltelijk verdampen en door de straling van de zon ontwikkelt de komeet dan een 'staart', die steeds van de zon afgericht is. Verschillende kometen beschrijven een langgerekte elliptische baan rond de zon en komen regelmatig terug met een periode van enkele tientallen, honderdtallen of duizenden jaren.
Regelmatig zijn er heldere kometen met een telescoop zichtbaar. Het is erg interessant om ze te volgen in hun weg tussen de (achtergrond-)sterren en hun helderheidsverloop en staartontwikkeling te volgen.
Regelmatig worden er ook nieuwe kometen door amateurs ontdekt ( denk maar aan de kometen Hyakutake en Hale-Bopp ). -
◦Meteoren : Het heelal zit vol gruis en puin: meestal kleine steentjes van enkele mm tot de grootte van een vuist. Wanneer een steentje de atmosfeer van de aarde binnendringt, wordt dit vreselijk verhit door de wrijving en gaat tenslotte opbranden. We zien dit als een plotse heldere streep aan de nachthemel : een meteoor ( soms door de volksmond 'vallende ster' genoemd ).
Het hele jaar door zijn er steeds een groot aantal toevallige meteoren, die we 'sporadische meteoren' noemen. Regelmatig zijn er echter perioden waarbij er plots heel veel meteoren te zien zijn, die alle vanuit eenzelfde punt aan de hemel schijnen te komen : de 'meteorenzwermen'.
De oorsprong van een meteorenzwerm ligt steeds bij een komeet : wanneer een komeet in de buurt van de zon komt, gaat de komeet gedeeltelijk verdampen en laat ze in haar baan een stofbuis achter van vrijgekomen stof en gruis. Wanneer de aarde een dergelijke baan kruist, zal dit aanleiding geven tot een verhoogde activiteit van meteoren. Dit gebeurt dan steeds op een bepaalde periode van het jaar. Het punt van waaruit al deze meteoren schijnen te komen noemen we de 'radiant'. De zwerm wordt dan genoemd naar het sterrenbeeld waarbinnen deze radiant ligt. Zo kennen we 'Perseiden' rond 12 augustus, de Geminiden rond 14 december enz ...
Het visueel waarnemen van meteorenzwermen gebeurt meestal met het blote oog. Veel amateurs gaan dan ook rond de gekende tijdstippen samen meteoren waarnemen. Gelegen op bvb een veldbed kan men gewoon van het spektakel genieten, ofwel kan men het aantal meteoren per uur gaan tellen en uitzetten in een grafiek om het tijdstip van het maximum te bepalen. Hierbij kan iedere deelnemer bijvoorbeeld een bepaald deel van de hemel bewaken. Andere amateurs gaan fotografisch waarnemen door een hele reeks filmcamera's in een kring op te stellen zodat elke camera een deel van de hemel 'ziet'. Men zet de camera's in de B stand (open) en laat ze gedurende een bepaalde tijd belichten. Daarna gaat men elke camera doorspoelen naar een volgende opname. Soms worden er ook 'vlinders' voor de lenzen gezet : dit is een driebladige of vierbladige bladschroef die met een vast toerental voor de lens roteert. Het gevolg is dat een meteoorspoor dat op de film is vastgelegd zal bestaan uit een streepjeslijn. Door de streepjes te tellen kan men dus ook de tijdslengte van het meteoorspoor achterhalen. Sommigen gaan nog wat verder en doen aan 'simultaan' waarnemen, waarbij opnamen gemaakt worden op verschillende plaatsen in het land. Door de opnamen te vergelijken kan men zelfs de invalshoek van de meteoor bepalen.
Het komt (vooral bij ons) nogal veel voor dat het net bewolkt is, en dan komt er van visueel waarnemen uiteraard niet veel in huis. Meteoren kan men echter ook met de radio gaan waarnemen, ook al is het bewolkt of overdag. Hoe dit in zijn werk gaat vindt je hier. -
◦Kunstmanen : Jaarlijks worden er heel wat satellieten en andere tuigen het heelal ingeschoten. De omgeving van onze aarde krioelt dan ook van kunstmanen die actief zijn, maar ook van reeds lang afgedankte exemplaren en ander 'ruimteschroot' zoals afgestoten rakettrappen enz. Wanneer je regelmatig met de telescoop waarneemt, zie je heel dikwijls een dergelijk object door je beeldveld voorbij komen.
Sommige amateurs zijn geboeid door kunstmanen. Ze proberen ze op te sporen en te volgen. Er bestaan lijsten en computerprogramma's om uit te maken welke satelliet of stuk ruimteschroot ( waarvan er echt duizenden zijn gecatalogeerd ) zich waar bevindt op welk tijdstip. De meeste stukken ruimteschroot roteren om een as en weerkaatsen beurtelings meer of minder zonlicht. Zo gaan ze als het ware 'flitsen'. Door het aantal flitsen per minuut te tellen heeft men een idee van de draaifrequentie. De mensen van de NASA bvb zijn hierin geinteresseerd daar de flitsfrequentie een maat is voor de draai-energie van het object. Hieruit kan men bvb berekenen wanneer het object in de dampkring zal terugkeren. Amateurs kunnen hier bijdragen. -
2.Dubbelsterren en meervoudige sterren
Zowat de helft van de sterren zijn dubbel. Veel ervan staan zo dicht bij elkaar dat ze niet met een telescoop gescheiden kunnen worden. Het dubbele karakter kan alleen ontdekt worden door de studie van hun spectrum (spectroscopische dubbelsterren). Andere staan ver genoeg uit elkaar, zodat ze in een telescoop als 2 afzonderlijke sterren dicht bij elkaar te zien zijn. Dubbelsterren draaien rond elkaar rond een gemeenschappelijk zwaartepunt. Sommigen hebben een vrij korte periode (50 jaar), andere doen er duizenden jaren over voor een omwenteling. Veelal zijn beide komponenten van een dubbelster ook totaal verschillende sterren, zodat ze een prachtig kleurkontrast hebben ( bvb een gele en een blauwe ster ).
Een mooi voorbeeld is Albireo (Beta Cygni) in het sterrenbeeld De Zwaan (Cygnus).
Er zijn duizenden mooie dubbelsterren om waar te nemen. Na opzoeken met een lage vergroting kan men meer gaan vergroten om beide komponenten beter te scheiden. Voor zeer nauwe dubbelsterren kiest men best een nacht met goede seeing.
Naast dubbelsterren zijn er ook heel wat driedubbele en zelfs vierdubbele sterren. De verschillende komponenten worden aangeduid met de letters A (hoofdster), B, C enz... -
3.Veranderlijke sterren
De meeste sterren blijven steeds nagenoeg even helder. Er zijn echter ook veel sterren waarvan de helderheid al of niet periodisch veranderen. Dit zijn de veranderlijke - of variabele sterren. Sommige ervan ( de 'bedekkingsvariabelen' ) veranderen hun helderheid omdat ze in feite een nauwe dubbelster zijn met een heldere en een zwakkere ster, waarbij we net tegen de zijkant van het baanvlak aankijken. Regelmatig bedekt de zwakkere dan de heldere of omgekeerd. Dit geeft aanleiding tot een 'knik' in de helderheidscurve. Andere sterren veranderen gewoon van helderheid door inwendige processen waardoor ze beurtelings opzwellen en inkrimpen. Er zijn in totaal een 12-tal verschillende soorten variabele sterren. Het opmeten van hun lichtcurves is voor de astronomen erg belangrijk om meer te weten te komen over de inwendige processen van sterren. Er zijn zo veel veranderlijke sterren dat de professionele astronomen ze onmogelijk allemaal steeds kunnen volgen. Hierbij doet men dan beroep op amateurs.
Mensen die zich veel bezighouden met het schatten van variabele sterren noemt men 'variabelisten'. Ze zijn zo veel mogelijk in de weer om wanneer het mogelijk is talrijke veranderlijke sterren te schatten. De resultaten worden dan doorgestuurd naar de AAVSO
De helderheid van een veranderlijke ster wordt geschat door ze te vergelijken met omliggende (onveranderlijke) sterren waarvan de helderheid nauwkeurig gekend is. Via de website van de AAVSO kan men speciale kaarten voor dit doel downloaden. -
4.Deep Sky objecten in ons eigen melkwegstelsel
Binnen ons eigen melkwegstelsel zijn werkelijk duizenden 'deep-sky' objecten met de telescoop waar te nemen.
Hierbij denken we bvb aan planetaire nevels, open sterrenhopen en bolhopen.
Bovendien zijn er ook nog tal van andere objecten zoals heldere nevels, reflectienevels, emissienevels en donkere nevels. -
5.Andere melkwegstelsels in ons heelal
Afhankelijk van de diameter van de kijker ( en vooral de mate van de lichtpollutie ) zijn duizenden verre melkwegstelsels waar te nemen in alle mogelijke vormen zoals spiraalstelsel, elliptische stelsels en onregelmatige stelsels. De opkomst van de CCD-camera heeft hier de mogelijkheden voor de amateur nog vergroot en maakt het door zijn gevoeligheid mogelijk nog zwakkere stelsels te zien dan voorheen en in vele stelsels hun structuur ( zoals de spiraalarmen ) bloot te leggen.
Het visueel waarnemen van zwakke stelsels vereist in vele gevallen wel wat ervaring, zoals bij het 'perifeer waarnemen'.