Ook dit jaar werd de traditionele tocht naar Puimichel aangevat. Lieven en Patrick trokken op dinsadagavond met een volgeladen wagen richting snelweg. Volgeladen, zeg dat wel. Want, hadden ze zich voorgenomen ombepaalde dingen thuis te laten om wat plaats te besparen, toch was de auto voller dan ooit. Dit jaar waren er naast de gewone visuele waarnemingen ook een aantal sessies gepland met de CCD-camera. Dus gingen er naast 2 camera's, extra tafeltjes, rode lampen enzovoort ook 2 verlenghaspels mee met 50m kabel voor de laptop pc's. Op batterij houden die dingen het immers nooit langer vol dan een paar uur.
De tocht verliep vlekkeloos, en door 's nachts te rijden kan je de broeiende warmte toch wat vermijden. In de Provence wachtte er echter een verzengende hitte van zowat 39 graden in de schaduw. Hierin moest de tent opgezet worden. Bovendien was er een andere kampeerplek toegezegd, die nog hoger lag op de flank van de vallei dan de gebruikelijke plek. Op de traditionele plek werd de tent steeds gezet onder een grote boom. Op deze nieuwe plek waren er ook wel bomen, maar die stonden een beetje aan de verkeerde kant, zodat het niet mogelijk was de tent volledig in de schaduw op te slaan.
Dat op zetten van de tent was immers niet simpel : na 15 min in de zon gelegen te hebben, waren de tentstokken zo gloeiend heet dat het nodig was ze met een washandje vast te nemen. Bovendien was het nodig om elke 5 min te pauseren om te drinken ....
Een ander probeer: het creeren van wat schaduw. Met koorden naar de omstaande bomen werd een groot wit laken boven de tent gespannen. De rest van de tent werd dan maar bedekt met takken en bladeren uit het bos.
Door deze trage vooruitgang zat het er niet meer in om in de namiddag nog een dutje te doen, wat normaal wel nodig is na een lange nacht rijden. Toen begon reeds de schemering. De hemel was helder, maar regelmatig was er een bliksemschicht te zien. Dus maar tijfelen : opstellen of niet opstellen ( To set up or not to set up, that's the question ). Op de koop toe begon de vermoeidheid goed toe te slaan. Daarom werd er dan maar besloten om de eerste nacht maar zo te laten en wat te gaan slapen. Dit bleek een erg wijs besluit : na een uurtje trok de hemel dicht en vergastte de lustige kampeerders met een heus bulderend onweer, vergezeld van een heerlijk verfrissende douche. Wegens de vermoeidheid, dank zij de koelte en ondanks het gebulder van de donder, zorgde een verkwikkende slaap ervoor dat onze beide waarnemers in vorm waren voor de volgende nacht.
De volgende ochtend waren alle wolken weg en beloofde de straalblauwe hemel goede waarnemingen in het vooruitzicht. En, inderdaad : de volgende 7 nachten waren een echte voltreffer. Het leek wel of de weergoden de miserie van vorig jaar wilden goed maken.
De eerste nacht was al meteen raak. Toch waren er een paar kleine probleempjes op te lossen. De open plek bij de camping gaat nogal bergafwaarts. Toch is er achteraan een meer effen stuk, dat best geschikt is voor de opstellingen : het is er vlakker en tussen de achterliggende bomen zijn er 2 openingen met goed zicht op de poolster. Maar wat bleek ? Op deze plaats stonden net een paar (onbewoonde) caravan's geparkeerd, dus diende er wat te worden opgeschoven.
De 100m kabel bleek ruim voldoende om in de buurt van de daar aanwezige watertank en een stopkontakt aldaar, de pc's van stroom te voorzien. So far so good.
Het werd een uitstekende nacht met de prachtige melkweg in al zijn details, om de haverklap briljante sporadische meteoren en op de achtergrond het zachte gekir van de krekels. Toch was er iets ...
Het terrein aldaar is normaal gekenmerkt door zijn zachte zoete geuren, verspreid door de provencaalse kruiden. Maar ditmaal was de geur doorspekt met een ondefinieerbare stank, die af en toe opstak en bijzonder hinderlijk was. De geur deed heel sterk denken aan vlees in ontbinding en greep je soms bij de keel. Het was erg moeilijk om juist te bepalen waar het vandaan kwam. Met zaklantaarns werd er dan maar in de buurt gezocht, en meerdere malen werd er al snuivend rondgelopen. Even was er de indruk dat de walm uit een van de (lege en gesloten ) caravans kwam, zodat er even werd gedacht dat er misschien een lijk in lag ...
De volgende dag werd dit gemeld aan Henk, de baas van de camping. Deze was wel wat geschrokken. Tevens werd een zoektocht ingezet, waarbij onze 2 Andromedanen al snuivend tussen de struiken de oorzaak van het euvel probeerden te achterhalen. En ja, na een hele tijd pas werd de bron van de doordringende stank gevonden : een half in ontbinding verkerend kadaver van een konijn. Patrick verzamelde alle moed en slaagde er uiteindelijk in het kreng op een grote schop te krijgen, waarna het zeker een kilometer ver in het bos werd gedeponeerd. Daarna strooide Lieven nog een laag zand over het overgebleven sap. Tijdens dat maneuver dreigden onze helden het bewustzijn te verliezen, maar daarna was gelukkig alles achter de rug : de stank was weg.
De komende dagen verliepen volgens het vaste patroon : heel de nacht waarnemen en fotograferen tot zonsopgang. Was het overdag wel bloedheet, tijdens de nacht koelde het zoals gewoonlijk zeer sterk af, zodat zelfs meestal rond 2u het thermische pak werd in gebruik genomen. Rond 6u werd er gestart met opkramen en alles in de auto te leggen. Daarna naar boven klimmen naar de tent, nog wat eten en rond 6u30 in bed.
Een bijkomende moeilijkheid was dat het luchtmatras van Patrick lek bleek te zijn. Na opblazen, bleek dit maar een paar uur te houden zodat de rest van de nacht op de vrij harde ondergrond moest doorgebracht worden. Na onderzoek bleek er een klein gaatje, dat vakkundig met lijm en een stukje rubber werd hersteld. Doch helaas : nog steeds lek. Dit keer hield het matras het toch bijna tot de middag vol.
Opstaan om circa 14u, ontbijten, verfrissen enz. Zoals gezegd was het overdag gloeiend heet zodat dit een probleem is om de drank wat koel te houden. Frogoboxen met ijsblokjes halen maar weinig uit... Het enige wat hielp was af en toe een frisse pint bij Henk.
Zelfs Dany ( Cardoen ), die het klimaat toch al gewoon is, had duidelijk last. Deze besloot dus bij de warmte in de namiddag niet te werken bij zijn atelier. Het was leuk om mekaar weer te zien, na alweer een jaar. Spijtig genoeg bleek de 1 meter telescoop nog niet terug in elkaar te zitten. Reden : te veel werk voor andere dingen, zoals een prachtige 63cm telescoop voor Spanje ( met Newton en Cassegrain brandpunt ), een instrument voor St-Michel l'observatoire, en een aantal dringende optische componenten voor Chili en Hawai.
In de namiddag werd meestal boven op de berg naar de sterrenwacht gereden om wat rond te hangen bij Dany. Daarna was het gewoonlijk snel tijd om terug af te zakken naar de tent om er het avondeten klaar te maken. Na het eten is het dan al snel tijd om terug te gaan opstellen voor de volgende nacht ....
En zo gaat het maar door : de week is voorbij voor je het weet.
Nog een pittige anekdote:
Het is midden in de nacht, stikdonker op de open plek in het bos waar onze 2 Andromedanen noestig zitten waar te nemen. Het is stil, erg stil, zoals dat daar kan zijn. Alleen het zachte gekir van de krekels en af en toe wat zacht geklik van het toetsenbord van een laptop. Onder de bomen staan auto's geparkeerd van mensen die wat verderop in de vallei kamperen. Je kan het minste geluid heel ver horen. Wanneer iemand een halve kilometer verderop in zijn tent even kucht, kan je dat duidelijk horen. In het donker zie je de auto's staan als vage schimmen.
!!! Plots gaat het alarm af van een van die wagens, terwijl de 4 knipperlichten staan te knipperen en heel de omgeving verlichten. Was me dat schrikken! Het alarm staat zeker een halve minuut te loeien en stopt dan gelukkig. Onze 2 waarnemers hun harten bonzen. Stel je voor dat mensen op de camping denken dat ze daar wat uitspoken. Het is nu weer rustig. Maar, na een kwartier begint het spectakel opnieuw. Gelukkig hield de alarminstallatie het na een aantal keer voor bekeken en werd het rustig voor de rest van de nacht.
De volgende nacht : precies hetzelfde scenario! Dezelfde auto, die ditmaal wat verderop staat geparkeerd. Henk, de campingbaas, komt het terrein op met een zaklantaarn. We weten welke wagen het is, maar intussen is die weer opgehouden. Er wordt wat aan de wagen geschud, maar toch herbegint hij niet. Vreemd. Henk zoekt uit van wie de auto is, en die man komt wat later zijn alarm uitschakelen. Wellicht zat er een sprinkhaan in de wagen, die het alarm activeerde.
De hele historie eindigt met een kijkje van de eigenaar door de telescoop van Lieven.
7 nachten leveren een heleboel informatie en plaatjes op, die uiteraard later nog moeten worden verwerkt.
Het was goed, maar zoals elk jaar veel te vlug voorbij.